Geachte lezer,
De Maand van de Filosofie en de ermee samenvallende Maand van het Natuurboek is dan wel voorbij, de natuur tiert welig, de klimaatcrisis is nog zeker niet bezworen, en menige gedachte vraagt om argumentatie en voltooiing. Deze nieuwsbrief, in ieder geval zeer ruim genomen, is om die reden even actueel als goed getimed.
De kern van de nieuwsbrief is waar beide thema’s elkaar vinden in het denken over het antropoceen, het tijdperk waarin het aardse klimaat en de atmosfeer de gevolgen ondervinden van menselijke activiteit. Dit antropoceen leidde (en leidt nog altijd) tot de klimaatcrisis – mogelijkerwijs de best voorspelde ramp op aarde, maar of het had kunnen worden voorkomen is ‘a charged question‘ gebleken, aldus Eugene Linden in zijn Fire & Flood, A Peoples History of Climate Change, from 1979 to the Present. We weten er in elk geval al van sinds het Rapport van Rome, herinnert Geert Buelens ons, in zijn Wat we toen al wisten, en ook nog prangender legt Jaap Tielbeke de vinger op de zere plek in zijn We waren gewaarschuwd. De urgentie blijkt volgens het dit jaar verschenen IPCC-rapport opnieuw toegenomen, en de omstandigheden waarbinnen de crisis kan worden bezworen, zijn bovendien alleen maar complexer geworden. Die prangende conditie maakt deze tijd behalve een voor maatregelen ook een voor bezinning – een bezint terwijl men begint – kortom.
Dus leest, en be[z/g]in! En moge deze nieuwbrief handvatten bieden.
Filosofie uit en in Nederland
Ons land trok in de 17e eeuw vanwege de relatieve geloofsvrijheid Europese intelligentsia aan. Over een van hen schreef Hans DijkhuisDescartes, Zijn Nederlandse jaren, waarin de Franse filosoof zijn beroemdste werk formuleerde, de taal leerde en een kind verwekte. Het vlot geschreven Denkers en dwalersvan Erno Eskens stipt een pluimage van denkers en stromingen aan, min of meer beginnend bij de Germanen ten tijde van de Romeinen. Miriam Rasch vraagt zich in het geprezen Autonomie, Een zelfhulpgidsaf in hoeverre autonoom handelen in deze tijd nog mogelijk is.Verhaeghe’sIntieme vreemdenricht zich binnen ditzelfde thema op onze naasten, met wie wij op uiteenlopende manieren intiem willen zijn, maar ook onafhankelijk. Welke krachten spelen hier?
Uit de coulissen: vrouwelijke filosofen
Wolfram EilenbergersHet vuur van de vrijheidlaat de ontwikkeling zien in het gedachtegoed van vier invloedrijke vrouwelijke filosofen, in de tien in duisternis toenemende jaren oplopend tot 1943. Dat jaar markeert een keerpunt voor hen: voorSimone de Beauvoiren Simone Weilbetekent het een keerpunt in hun denken; voorHannah Arendt is dit het jaar van aankomst in New York na haar verblijf in het interneringskamp Gurs te Zuid-Frankrijk; voorAyn Rand is het de publicatie van haar filosofische roman The Fountainhead. Clare Mac Cumhaill & Rachael Wiseman lijken het stokje van Eilenberger haast over te nemen: inMetaphysical Animalsrichten zijn zich op Iris Murdoch,Mary Midgley,Philippa Foot en Elizabeth Anscombe. De met flair geschreven en inhoudelijk relevante geschiedenis van hun soms sterk op elkaar betrokken denken en leven, gedachtegoed en geliefden gelijk, is bijzonder onderhoudend en schept een raak beeld van de oorlogse en na-oorlogse jaren in het VK. Wie meer wil weten over het denken van twee van hen, dan zouden de onderstaande uitgaven uit de Filosofische Bibliotheek Diotima interessant kunnen zijn. Recent zag namelijk Wat is heilig in de mens?het licht – een bundeling van haar laatste, soms aangrijpende essays van de door Camus als ‘de enige grote geest van onze tijd’ bestempelde Simone Weil. Van Iris Murdoch, die pas sinds enkele jaren in Nederland bekend raakt als filosoof, verscheen De soevereiniteit van het goede. Haar boek bevat een stevige kritiek op het existentialisme, dat in haar ogen de ziel kapot had gemaakt en had vervangen door het ego, en verlegt de focus van de moraalfilosofie opnieuw op de innerlijke wereld.
Steengoede wijsbegeerte
De door The New York Times in 2010 gestarte reeks The Stone haalde de hedendaagse filosofie uit de geconcentreerde kringen van de wetenschap en bracht deze uiteindelijk onder in de The Stone Reader. De door Peter Catapano & Simon Critchley samengestelde paperback is een geactualiseerde verzameling met 133 essays over een breed spectrum aan onderwerpen. Van wetenschapsfilosofie tot bewustzijnsvraagstukken, van religie en moraliteit tot (jawel, daar is hij weer) de klimaatcrisis; de flitsende uitgave is zowel een intellectueel hoogstandje als een toonbeeld van helder en toegankelijk schrijven: een bevestiging van de gedachte dat filosofie voor iedereen is.
Het antropoceen
Er is een almaar groeiend aantal beschouwelijke boeken over de verhouding tussen mens en klimaat. Een van de bekendste is van Virginie Maris, die in Het wilde deel van de wereldpleit voor een radicale omslag in ons denken over de verhouding tussen mens en natuur en vragen stelt bij de artificiële scheidslijn tussen mens en natuur. Vincent Blok lijkt dat ter harte te nemen in Van wereld naar aarde. Daarin stelt hij dat de materiële aarde in de filosofische traditie als thema onderbelicht is gebleven, en zijn eco-centrische ontologie van de aarde neemt gelijk die handschoen op. James Bridlevliegt de natuur/mens-kwestie op geheel eigen manier aan. In Ways of Beingonderzoekt hij aan de hand van ecologie, technologie en (artificiële) intelligentie wat we van de diverse uitingen van intelligentie kunnen leren en hoe we op een meer evenwichtige manier met andere organismen kunnen samenleven.Jeremy LentsThe Web of Meaning bevat een coherent wereldbeeld, doordrongen van onderlinge verbondenheid van het leven op allerlei niveau: die van het lichaam, en van mensen onderling en met de natuur, gebaseerd op een waaier aan kennisgebieden. Zo staat naast het Westerse het Niet-Westerse denken, en behalve evolutionaire biologie heeft ook cognitieve neurowetenschap zijn weg tot het boek gevonden. Iets lichtvoetiger is Ruben JacobsDe eeuw van Felixdie de zwangerschap van zijn vriendin aangrijpt om over de toedracht van en mogelijke oplossingen voor de klimaatcrisis te schrijven. Hij kijkt in het bijzonder naar de invloed van het individu, vanuit het idee dat het zelden overheden en bedrijven zijn geweest die veranderingen in gang zetten, en net als het inmiddels ook naar het Nederlands vertaalde boek van de IJslandse Andri Snaer Magnason, Over tijd en water, dat in een eerdere nieuwsbrief al eens werd aangestipt, lijkt hij te pleiten voor multi-generationele conceptie van tijd.
Klimaat is een netwerk, met Bruno Latour
In Arjen Kleinherenbrinks inleiding tot Bruno Latours denken De constructie van de wereld staat de denker te boek als de eerste grote filosoof die de wereld systematisch in termen van netwerken beschrijft. Niet zo verwonderlijk wellicht dat hij zich zo sterk bezig houdt met het in ras tempo veranderende klimaat. In de relatief kort op elkaar verschenen boeken Het parlement der dingen, Oog in oog met Gaia, Waar kunnen we landen?en Waar ben ik?richt hij zich op de met ons verbonden wereld: respectievelijk via de vereenzelviging ermee, door het ontwarren van het oude natuurbegrip, door het politiseren van de klimaatproblematiek en door de pandemie als leerschool op te vatten in aanloop tot de nog veel grotere klimaatcrisis.
De natuur begint hier
Vanaf de grazige vlakten van het oude Mesopotamië tot aan de schapenboerderijen in het hedendaagse Australië hebben schapen ons gevoed en gekleed. Maar ook, zo blijkt uit Sally Coulthards enerverende Een korte geschiedenis van de wereld aan de hand van schapen heeft het schapenhouden onze taal beïnvloed en aangezet tot gebiedsverovering. Deels op basis van weinig bekende historische bronnen laat ze zien hoe dit wollige dier de maatschappij tot in haar haarvaten heeft weten te doordringen. Caro van Thuyne, die met de romanLijn van wee en wens de Bronzen Uil won, neemt ons in Hier begint de natuur een jaar lang mee de tuin, de velden en de bossen in, en laat bij de poelen en rivieren in prachtig taalgebruik de natuur tot leven komen. Koos Dijksterhuis laat in Noordkrompen, zee-engelen en koffieboontjes met foto’s begeleide columnachtige stukken de wondere wereld van het onderwaterwezen zien, en dan specifiek die van de schaaldieren. De sinds de publicatie van Een bevlogen jaar als ‘twitcher’ bekendstaandeArjan Dwarshuis, blijft in Zomergasten, doortrekkers en overwinteraars dichter bij huis. Met beeldende stijl kijkt hij gefascineerd naar het gedrag van de in Nederland voorkomende vogels. Doordat veel natuur in ons land ernstig bedreigd wordt, staan ook belangrijke migratieroutes onder druk.
Darwins riffen
Over het ontstaan van soorten– ja, vanzelfsprekend. Het Wormenboek – wellicht ook. Maar in de breedte is weinig bekend over waaraan Charles Darwin zich wijdde tussen de genoemde boeken. De bouw en verspreiding van koraalriffen, niet onverdienstelijk vertaald door Toon van der Ouderaa, is een studie die direct op zijn reis met de Beagle volgde. Twintig maanden werkte hij haast onafgebroken aan dit onderwerp. Tot op de dag van vandaag geldt dit boek als een standaardwerk over koraalriffen en het ontstaan ervan. Al tijdens de genoemde reis vormde Darwin zijn inzichten, die hij voor dit werk ‘slechts […] hoefde te verifiëren en uit te breiden door zorgvuldig onderzoek van levende riffen’.
Uilen zíjn cool
Niets is minder waar: uilen zijn cool! Oscar is cool omdat hij, hetkonijnenuiltje dat hij is, rent! Van het vliegen dat het sneeuwuiltje Rikkie doet, is hij niet bepaald onder de indruk. Als Rikkie echter tegen een boom botst, blijkt hij meer op hem te lijken dan Oscar dacht.Timothy Knapman & Jason CockroftsUilen zijn coolis een prentenboek over zijn wie je wil zijn – en echte vriendschap! In Jonathan SlaghtsUilen van het eeuwige ijsvangt de auteur als jonge vogelaar in Oost-Rusland een glimp op van een zeer zeldzame en schier onvindbare uil: deBlakistons visuil; de vluchtige ontmoeting met deze sluwe jager, toegewijde ouder en zanger van griezelige duetten is de start van een boeiende wetenschappelijke carrière. Sally CoulthardsThe Book of the Barn Owlbiedt op basis van het recentste onderzoek fascinerende inzichten in het leven van de kerkuil.
Natuur, is ook voor kinderen
Rindert Kromhout & Natascha StenvertsMevrouw Das en Meneer Pingzijn buren. Mevrouw Das heeft een weelderige plantentuin, Meneer Ping houdt zijn plaatsje graag betegeld. Eerst begrijpen ze niets van elkaar, maar als hij een tegelpaadje legt in haar modderige tuin en hij van haar plantjes krijgt, beginnen ze elkaar langzamerhand best wel leuk te vinden… InSangma Francis & Rômolo D’Hipólito‘sDe Amazonekom je van alles te weten over de grootste rivier ter wereld, en over alles dat in zijn stroomgebied leeft. Van schietmotten en poema’s tot de waterkringloop, en van de oorspronkelijke bewoners en hun mythen tot de boten en de waterkrachtcentrales die je er tegenwoordig ook vindt. Dat is best veel, en het is echt supermooi getekend! Martin Marcszoekboek Meesters in vermomming is een supertof prentenboek waarin je uren kunt speuren naar dat ene verbazingwekkend goed gecamoufleerde kikkertje. Net als in de natuur kun je bij wijze van spreken een hele poos naar een blaadje staren, eer je ziet dat het een diertje is! Over diertjes gesproken: mensen zijn niet de enige dieren die slapen. Sterker nog:Alle dieren slapen. in Kjersti Skomvolds boek vertelt mama er veel over – voor Bo is het namelijk ook tijd om te gaan slapen.